Op naar de kust

28 juli 2018 - Nilaveli, Sri Lanka

Vanmorgen verlieten we het Deer Park hotel om richting de kust te rijden. Eerst moesten we onderweg mijn mobiel en camera ophalen, gelukkig heb ik ze allebei weer. Daarna toch nog een keer een dokter bezocht om de teen van Jan opnieuw te laten verbinden. Dat is wel makkelijk in Sri Lanka: je loopt een soort dokterspostje binnen, de dokter helpt je en vervolgens reken je af. Het verbinden en nog een paar nieuwe tabletten was in totaal 300 roepies, dat is nog geen 3 euro. Voor ons dus heel goedkoop. Als het goed is mag Jan morgen weer zwemmen. Dit komt goed uit, want we zitten nu in de kustplaats Trincomalee in een hotel aan het strand.

Rond het middaguur kwamen we in Trincomalee aan. Een grote stad met de grootste natuurlijke haven ter wereld. We hebben een toer door de stad gemaakt, de vismarkt bezocht (die veel erger stonk dan die van Negombo) en wat straatjes doorgelopen die vol zitten met kleine winkeltjes. Ook hier is nog gevochten tijdens de oorlog tegen de Tamil tijgers en het is echt een stad in opbouw.

Vervolgens reden we naar het toeristische gedeelte van Trincomalee, Nilaveli, waar de stranden liggen met bijbehorende duikscholen en hotels. Hier heeft in 2004 de Tsunami geraasd met als gevolg vele doden en heel veel schade. Daarna zijn de huisjes voor de lokale bewoners een eind verder van de zee gebouwd terwijl aan het strand weer nieuwe hotels zijn verrezen.

Onderweg kwamen we langs een kleine begraafplaats van WO II die we even hebben bezocht. Een prachtig onderhouden begraafplaatsje waar van elf verschillende nationaliteiten soldaten liggen. Een heel bescheiden man die de graven bij houdt, leidde ons rond. Indrukwekkend.

We hebben een lekkere kamer in dit hotel met uitzicht op zee. Dus hebben we vanmiddag op het strand gezeten tussen de palmbomen en heb ik een duik in de zee genomen. Jan kon vandaag nog alleen toekijken. Net op een terras met uitzicht op zee gegeten. Lekker vakantiesfeertje!