Fietsend langs de Stupa’s

21 juli 2018 - Anuradhapura, Sri Lanka

Het was weer een bijzondere dag met heel veel indrukken. We hebben vandaag de oude stad van Anuradhapura bezocht. Een stad die eens miljoenen inwoners en vooral ook veel monniken telde. Waar veel koningen hebben gewoond En die tot 1073 de hoofdstad was van Sri Lanka. Daarna werd Polonnaruwa de hoofdstad omdat Anuradhapura werd ingenomen door een andere koning. De stad werd verlaten en het verval sloeg toe. Pas ver in de negentiende eeuw werd de stad opnieuw ontdekt en later blootgelegd en gerestaureerd. Er staan veel stupa’s of dagoba’s, heiligheden, soort tempels om Buddha te eren. 

We hadden gelezen dat deze stad heel goed per fiets is te verkennen en dus reden we vanmorgen met zijn drieën die kant op. Eerst een stukje door de nieuwe stad, dwars door het andere verkeer heen. Spannend want iedereen doet maar wat en bijvoorbeeld van een hand uitsteken heeft nog niemand gehoord.

We startten bij de grootste stupa die helemaal van baksteen is opgetrokken en naar de welluidende naam Jethavanarama stupa luistert. Deze stupa is na de pyramidespel van Gizeh, het grootste ter wereld en is zowel van buiten als van binnen helemaal gevuld met baksteen. De bedoeling bij zo’n stupa is dat je er op blote voeten omheen loopt. Gelukkig waren de stenen vroeg in de ochtend nog niet zo heet, dat werd later wel anders. Omdat het vroeg was, waren er nog niet veel mensen en heerste er een serene sfeer. We liepen gelijk op met een groep monniken. Wel maf, er ging opeens een telefoon af en die behoorde aan een monnik die hem op zijn gemak ging beantwoorden. Je kunt niet in zo’n stupa, maar her en der is er een soort meditatiekapelletje voor gebouwd. Veel mensen offerden er bloemen of andere geschenken voor Buddha. 

Omdat het zaterdag is vandaag waren er veel locals. Bijna iedereen was in het wit gekleed en we zagen overal grote families met grootouders, kinderen, baby’s. Na deze eerste stupa hebben we er nog een heel aantal gezien. Grote en kleinere en overal families in het wit die mediteerden, zongen of met bloemen liepen. Ik vond het heel apart en bijzonder om mee te maken. Zo fietsten we van de ene bezienswaardigheid naar de volgende. Zo zagen we nog de baden van de monniken, de restanten van het klooster, de maansteen.

Op een gegeven moment kwamen we een lange rij mensen tegen allemaal weer gekleed in het wit. Ze liepen geduldig achter elkaar aan. Wij dachten dat het iets religieus was, maar niets was minder waar. Want toen we langs de rij naar voren liepen zagen we dat ze allemaal stonden te wachten op ... een ijsje. Harald vertelde dat het gratis ijsjes waren, want dat in de maanden mei en juni (de maanden van Buddha - die blijkbaar uitlopen tot juli) mensen ijs of andere lekkernijen aan elkaar uitdelen.

Harald was sowieso goed op dreef en vertelde ons heel veel. Behalve chauffeur ontpopt hij zich steeds meer als gids. 

Het laatste heiligdom dat we wilden bekijken was de Heilige boom. De boom waar Buddha in India onder heeft gezeten én met zijn 2300 jaar de oudste boom ter wereld. Een van de koninginnen heeft ooit een loot van die boom meegenomen naar Sri Lanka en hier geplant. Het verhaal wil dat de boom in Sri Lanka nog steeds leeft, terwijl de oorspronkelijke boom in India is gesneuveld. De Buddhisten in Sri Lanka zijn heel trots op hun boom en het is één van de heiligste plekken. Om er te komen moesten we over gloeiendhete stenen. Mijn voeten konden daar echt niet tegen, maar gelukkig had Jan sokken bij zich en je mocht ook met sokken aan eroverheen. Dat was draaglijk. We hebben een hele tijd tussen veel pelgrims staan wachten tot we de boom van dichtbij konden zien. Ook hier weer mensen met veel geschenken. Er zaten ook veel mensen te zingen met elkaar. 

Het duurde ons echter te lang, dus de boom hebben we alleen uit de verte bekeken. Wel heeft Jan een blad van de boom in de vorm van een stupa mee kunnen nemen. 

Inmiddels was het al middag en fietsten we terug naar de stad. Daar met elkaar geluncht en de rest van de middag geluierd. Nu zitten we op het terras van het hotel waar ik langzaam maar zeker lek geprikt word.

Foto’s